
Gezamenlijk rapport armoedebestrijding in Suriname gepresenteerd
17,5% van de Surinaamse bevolking is arm. Dat wijst het onderzoek 2022 Suriname Poverty and Equity Assessment o.a. uit. Dit onderzoek werd uitgevoerd door de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB), Wereldbank en de Anton de Kom Universiteit van Suriname en werd gemeten tegen de upper middle-income armoedegrens van de Wereldbank ($6.85 per dag, 2017 PPP). De resultaten laten verder zien dat ± 1,1% van de Surinamers in extreme armoede leeft en moet rondkomen met minder dan $2,15 per dag.
Ook is vastgesteld dat historische ongelijkheden nog steeds patronen van armoede en ongelijkheid aandrijven. Meer dan een op de vier Surinamers in het binnenland leeft onder de upper middle-income armoedegrens, vergeleken met ongeveer een op de zes op nationaal niveau.
Er zijn verschillende factoren die bijdragen aan armoede in Suriname. Enkele belangrijke zijn:
1.Slechte onderwijsprestaties, die leiden tot een tekort aan gekwalificeerde werknemers.
2.Onvoldoende dekking van sociale bijstand, vooral voor arme huishoudens met kinderen.
Ondanks de uitgebreide dekking van een kinderbijslagprogramma, zijn de financiële overdrachten aan gezinnen bescheiden. Dit leidt ertoe dat gezinnen met kinderen een aanzienlijk hoger armoedepercentage hebben dan gezinnen zonder kinderen; ± 22% versus 8%.
Deze ongelijkheid, samen met kinderarmoede, kan leiden tot beperkte toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en andere essentiële kansen, wat de toekomstige ontwikkeling van kinderen belemmert.
Het onderzoek laat ook zien dat Suriname niet optimaal profiteert van de hogere onderwijsprestaties van vrouwen. Vrouwen presteren aanzienlijk beter dan mannen op school. Zo’n 15 procent van de vrouwen voltooit het hoger onderwijs, vergeleken met slechts zo’n 6 procent van de mannen. Deze sterke onderwijsprestaties vertalen zich echter niet in gunstige arbeidsmarktresultaten; met de nodige gevolgen.
Aan de hand van de onderzoeksresultaten zijn er ook belangrijke beleidsaanbevelingen gedaan in het rapport, zoals: het handhaven van macro-economische en fiscale stabiliteit; versterken van sociale bijstandsprogramma’s om armoede en ongelijkheid aan te pakken; voorbereiden op effectief beheer van olie-inkomsten om duurzame groei te waarborgen; prioriteit geven aan onderwijs en vaardighedenontwikkeling; verbeteren van arbeidsmarktresultaten voor vrouwen en speciale aandacht voor het binnenland en van oudsher achtergestelde groepen.
De onderzoeksresultaten werden op donderdag 18 juli 2024 gepresenteerd door de auteurs dr. Jacob de Hoop (Wereldbank), dr. Dieter Buermann (IDB) en dr. Rosita Sobhie (IGSR/AdeKus).
Prof. dr. Shanti Venetiaan, voorzitter van het Bestuur van de Universiteit, gaf in haar openingstoespraak het belang aan van regelmatig en actueel onderzoek met de nadruk op brandende maatschappelijke vraagstukken vanuit wetenschappelijke grondslagen. Ze juicht het initiatief toe dat onderzoek op het gebied van Armoede, Ongelijkheid en Sociale steun, welke reeds bij de IGSR wordt gedaan, nu samen met internationale organisaties wordt voortgezet en verfijnde met toepassing van nieuwe methodieken. In het Onderzoeksbeleid 2024-2026 van de AdeKUS, staat multidisciplinair onderzoek en de noodzaak voor samenwerking met strategische partners op een voorname plaats.
Bij de presentatie waren ook aanwezig de ministers van Financiën en Planning; Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken alsook van Sociale Zaken en Volkshuisvesting.
“Ik ben blij met de aangedragen adviezen voor armoedebestrijding die in het Poverty and Equity Asssessment worden benadrukt. We zullen deze informatie gebruiken om weloverwogen beslissingen te nemen die het welzijn van onze burgers verbeteren en een rechtvaardigere samenleving creëren,” Stanley Raghoebarsing, minister van Financiën en Planning.
Het hoofdrapport en de 3 annexen (Armoede, Arbeidsmarkt, Sociale zorg) kunt u via deze QR-codes downloaden.
Download the report: Download the data: