Japanse onderzoekers volgen met NZCS/CMO het pad van Maria Sibylla Merian
Van 11 tot en met 25 augustus 2025 brachten drie Japanse onderzoekers: Shiraishi Yuji, Niibe Kosuke en Saito Motoki een bijzonder bezoek aan Suriname. Hun doel was om de insecten die zijn afgebeeld in het beroemde werk van Maria Sibylla Merian niet alleen te bestuderen, maar ook in het echt te zien. Tevens wilden zij de geëxposeerde tekeningen in Japan aanvullen met ‘real life’ specimens voor een humanistische tentoonstelling. In nauwe samenwerking met de Nationale Zoologische Collectie van Suriname en het Centrum voor Milieu Onderzoek (NZCS/CMO) verzamelden zij zoveel mogelijk insectensoorten uit Merians boek. Deze exemplaren zijn meegenomen naar Japan en worden daar deels gebruikt voor tentoonstellingen rond de tekeningen van Merian en deels opgeslagen in het Onderzoeksinstituut voor Evolutionaire Biologie in Tokio, dat één van de grootste insectencollecties van Japan huisvest.
Deze tentoonstellingen combineren natuurwetenschappen met geesteswetenschappen en tonen insecten die in literaire werken en mythen voorkomen, samen met de echte specimens. Dit concept bereikt ook mensen die normaal weinig interesse tonen in insecten en draagt zo bij aan een breder bewustzijn over het belang van biodiversiteit. Dhr. Niibe Kosuke heeft in de afgelopen twintig jaar meer dan 200 van dergelijke non-profit tentoonstellingen georganiseerd in bibliotheken en musea, zowel in Japan als daarbuiten. De geplande tentoonstelling met Surinaamse insecten in Japan biedt een mooie kans voor Japanners om de unieke natuur van Suriname beter te leren kennen.
De NZCS/CMO zorgde tijdens de expeditie voor zowel de wetenschappelijke als logistieke begeleiding, in de personen van dhr. Gangadin Aniel MSc. (curator invertebraten) en mw. Shivara Graanoogst BSc. (assistent-curator invertebraten). Omdat de expeditie met een vergunning van Natuurbeheer (Ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer) werd uitgevoerd, was er ook een jachtopziener aanwezig om te waarborgen dat de verzameling geheel volgens de voorwaarden verliep.
Maria Sibylla Merian vertrok in juni 1699 vanuit Amsterdam naar Suriname en verbleef hier ruim twee jaar. Gedurende die tijd verzamelde en observeerde zij insecten en andere dieren, die zij met groot vakmanschap tekende. In 1705 verscheen haar baanbrekende werk Metamorphosis Insectorum Surinamensium, oorspronkelijk in het Nederlands en Latijn. Haar publicatie, met ruim twintig plantensoorten en vele voor Europa onbekende insecten, was destijds de belangrijkste studie van de Zuid-Amerikaanse flora en fauna. Zelfs Carl von Linnaeus, de grondlegger van de moderne taxonomie, verwees meer dan honderd keer naar Merians werk. Haar verdiensten worden tegenwoordig internationaal erkend. In Duitsland was haar portret bijvoorbeeld te zien op het 500-markbiljet vóór de invoering van de euro.
Aan het einde van het bezoek verzorgden de Japanse onderzoekers een presentatie voor de studenten van de studierichting Biologie over hun missie in Suriname en de relatie daarvan met hun werkzaamheden in Japan.
De Japanners waren lovend over de gastvrijheid en vriendelijkheid van de Surinaamse bevolking en erg tevreden met hun verzameling. Samen met NZCS/CMO denken zij al na over een toekomstige humanistische tentoonstelling in Suriname, gewijd aan het werk van Maria Sibylla Merian.