Op 12 juni is wereldwijd de dag op bestrijding kinderarbeid herdacht
Kinderarbeid is niet alleen een gevolg van armoede. Het is ook een oorzaak. Het houdt armoede in stand omdat kinderen die werken vaak niet naar school gaan. Voor werkende kinderen die niet naar school gaan, is het vaak lastig om iets aan de situatie te veranderen. Conform de wet Arbeid kinderen en jeugdige personen van 2018, wordt onder kinderarbeid verstaan: arbeid welke verboden is te verrichten door kinderen, omdat het gevaarlijk of schadelijk kan zijn voor de gezondheid, de lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling en het leven van het kind, alsmede arbeid welke in strijd is met de ergste vormen van kinderarbeid
Aan werkende kinderen wordt het recht op onderwijs ontzegd, het recht om te spelen en om echt kind te zijn. Kinderen worden makkelijk uitgebuit en gezien als goedkope arbeidskrachten en worden eerder ingehuurd dan volwassenen. Daarmee leidt kinderarbeid tot lagere lonen en hogere werkloosheid onder volwassenen. Kinderen die werken en niet naar school gaan komen later hoogstwaarschijnlijk terecht in laagbetaalde banen en vervolgens hun kinderen ook. Zo blijft de vicieuze cirkel van armoede bestaan.
Vanwege onder andere de redenen als, vastgeroeste opvattingen, sociale onrechtvaardigheid en politieke onwil wordt oogluikend toegelaten dat kinderen gaan werken en niet naar school gaan. In sommige gebieden wordt het nog steeds normaal gevonden dat kinderen werken in plaats van naar school gaan. Ouders die zelf nooit naar school zijn geweest, denken bijvoorbeeld dat onderwijs niet voor hun kinderen is weggelegd of ze zien er het nut niet van in. Daarnaast spelen gebrekkig onderwijssysteem, discriminatie en uitsluiting, de kwetsbare positie van meisjes en bureaucratische obstakels een rol.
Kinderarbeid bestaat onder andere omdat:
- mensen het accepteren en er excuses verzinnen waarom het wel kan;
- de kinderrechten niet worden gerespecteerd;
- overheden geen verplicht, gratis en toegankelijk onderwijs bieden;
- ILO conventies niet goed worden nageleefd;
- werkgevers profiteren van goedkope arbeidskrachten;
- consumenten wereldwijd vragen om goedkope producten;
- we nog niet genoeg gedaan hebben om het te stoppen.
In Azië, Afrika en Latijns-Amerika werken lokale autoriteiten, leerkrachten, werkgevers, ouders en kinderen in de kinderarbeidvrije zones samen om álle kinderen uit het werk te halen en naar school te krijgen. Vanuit de overtuiging: geen kind hoort te werken, ieder kind hoort op school! De kinderarbeidvrije zones zijn succesvol en bereiden zich steeds verder uit. In Suriname kan er vanuit het beleid gewerkt worden hieraan. Het zal een interdepartementale beleidsactie dienen te zijn.
Bestuur Universiteitsinstituut Kinderrechten
Faculteit der Juridische Wetenschappen
Anton de Kom Universiteit van Suriname